Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn vlees is met het [15]gewormte en met het [16]gruis [17]des stofs bekleed; mijn huid is gekliefd en [19]verachtelijk geworden. 15. Te weten, door de zweren, die aan mijn lichaam zijn, uit wier etter en bloed wormen voortkomen. 16. Versta, de roven, die van zijn zweren afgeschrapt werden. Anderen verstaan aardkluiten, die aan zijn lijf hingen, omdat hij op de aarde zat of lag. 17. Dat is [gelijk enigen verstaan], des lichaams; zo wordt het genoemd Pred.12:7, omdat het oorspronkelijk uit het stof der aarde genomen is; Gen.2:7. 18. Te weten, door de zweren, die de huid des lichaams schenden en openen. 19. Anders, gesmolten; dat is, vloeiende van etter en vuile vochtigheid.